Kostprijsvergelijking regulier versus langzaam groeiend

1 september 2024

Peter van Horne, Wageningen Economic Research (WEcR)
Rick van Emous, Wageningen Livestock Research (WLR)

In het kader van de PPS Breeders Of the Future (BOF) heeft Peter van Horne een rekenmodel ontwikkeld voor de berekening van de kostprijs van broedeieren. Hiermee is voor de Nederlandse situatie de kostprijs van broedeieren berekend geproduceerd door reguliere vleeskuikenouderdieren en van ouderdieren van traaggroeiende vleeskuikens. In dit artikel beschrijven we de uitgangspunten, rekenwijze en de resultaten.

Inleiding
In het boekwerk KWIN Veehouderij worden voor meerdere pluimveesectoren de gemiddelde technische resultaten, prijzen en saldoberekeningen weergegeven. In het hoofdstuk vleeskuikenouderdieren staan de gegevens voor reguliere vleeskuikenouderdieren en van ouderdieren van traaggroeiende vleeskuikens. Van deze laatste categorie wordt het marktaandeel in Nederland geschat op 15 tot 20% en de broedeieren worden bijna uitsluitend in Nederland ingelegd voor de Nederlandse markt van Beter Leven 1 ster vleeskuikens. Het betreft voor het merendeel Hubbard JA57 ouderdieren. Op basis van de KWIN gegevens en actuele prijzen van WEcR (www.agrimatie.nl) is de kostprijs van broedeieren berekend voor de situatie in het voorjaar van 2024.

Uitgangspunten
Er is voor twee systemen een berekening gemaakt:

Ouderdieren van traaggroeiende vleeskuiken, Hubbard JA57 in Nederland
De belangrijkste technische uitgangspunten staan in tabel 1. De lengte van de legperiode voor Hubbard is duidelijk langer met meer broedeieren. Het voerverbruik is lager omdat het mini moederdieren betreft.

Tabel 1. Technische resultaten van vleeskuikenouderdieren in Nederland (NL)

NLNL
RossHubbard
Lengte legperiode (dagen)272304
Broedeieren per opgehokte hen180210
Voerverbruik per hen per dag (gram)163116
Uitval hennen (%)96

Bij de berekening van de kostprijs zijn vooral de aankoopprijzen van opfok dieren en de voerprijs van belang. Tabel 2 geeft een overzicht. De aankooprijs van opfokdieren van Hubbard is iets hoger en het voer voor deze dieren is iets duurder. De overige toegerekende kosten zijn een verzameling van kleine kostenposten (o.a. electra, verwarming, gezondheidszorg, vangen/laden en heffingen).

Tabel 2. Economische uitgangspunten vleeskuikenouderdieren in Nederland (NL)

 NLNL
 RossHubbard
Aankoopprijs (euro/moederdier)15,1216,80
Voerprijs (euro/100 kg)32,0033,25
Overige toegerekende kosten (euro/hen)3,473,42

De belangrijkste vaste kosten zijn de kosten voor arbeid en huisvesting. Voor zowel Ross als Hubbard is de omvang van het bedrijf gesteld op 21.000 moederdieren. In Nederland kan 1 arbeidskracht dit aantal dieren verzorgen. De kosten voor arbeid zijn normatief vastgesteld op 74.000 euro. De investeringen voor de stal is 290 euro per vierkante meter en de investering voor de inventaris is 154 euro per vierkante meter staloppervlakte. De vaste kosten voor stal en inventaris zijn afschrijving, rente en onderhoud. De afschrijvingsperiode voor de stal is gesteld op 25 jaar en voor de inventaris 12,5 jaar. Er is gerekend met 5% rente. De algemene kosten zijn 29.200 euro per bedrijf per jaar. Dit is een verzameling van kosten voor boekhouding, voorlichting, verzekeringen, telefoon, auto, contributies, bedrijfskleding en onroerend zaak belasting.  

Resultaten
Op basis van de uitgangspunten is een berekening gemaakt van de kostprijs. De totale kosten per opgehokte hen per legronde zijn berekend. De opbrengsten voor slachtdieren en voor de consumptie eieren zijn in mindering gebracht op de totale kosten. In tabel 3 staan de resultaten van het totaal en van de verschillende kostenposten per opgehokte hen per legronde.  

Tabel 3. Kostprijs en kostprijs componenten in euro per opgehokte hen per legronde

 NLNL
 RossHubbard
Aankoop hen  15,1216,80
Voerkosten14,8812,84
Overige variabele kosten3,473,42
Stal en inventaris5,976,78
Algemene kosten1,221,39
Arbeid ondernemer3,103,52
Opbrengst slachthen-1,85-0,81
Opbrengst consumptie eieren-0,18-0,24
Totale kosten41,7343,71

Vervolgens worden de totale kosten gedeeld door het aantal geleverde broedeieren. Tabel 4 geeft de kostprijs en kostprijs componenten uitgedrukt in centen per broedei.

Tabel 4. Kostprijs en kostprijs componenten in eurocent per broedei

 NLNL
 RossHubbard
Aankoop hen  8,408,00
Voerkosten8,276,12
Overige variabele kosten1,931,63
Stal en inventaris3,313,23
Algemene kosten0,680,66
Arbeid ondernemer1,721,68
Opbrengst slachthen-1,03-0,38
Opbrengst consumptie eieren-0,10-0,11
Totale kosten23,1820,82
Marge (4%)0,930,83
Kostprijs incl marge24,1121,65

De totale kostprijs voor broedeieren van Ross 308 in Nederland is 23,18 cent. Inclusief een marge van 4% voor risico’s is de kostprijs 24,11 cent. Het aandeel voerkosten is 34% en het aandeel aankoop hen is 35%. De kostprijs voor Hubbard is lager en komt, inclusief marge, uit op 21,65 cent. Een verschil met reguliere broedeieren van 2,5 cent. De Hubbard broedeieren zijn vooral goedkoper door lagere voerkosten en een lagere aankoopprijs. Hier staat tegenover een lagere opbrengstprijs voor de slachtdieren. 

Discussie
In deze berekening voor Nederland zijn we uitgegaan van de gemiddelde productie resultaten. We weten dat er grote verschillen zijn tussen de bedrijven. Allereerst in aantal broedeieren per moederdier, maar ook zijn er verschillen in aankoopprijs van bijvoorbeeld het voer. Elke pluimveehouder moet voor zijn eigen situatie een kostprijs berekening maken en deze informatie gebruiken in zijn onderhandelingen met de afnemer van de broedeieren. De voerprijs is een belangrijke factor in de kostprijs. Er is gerekend met een voerprijs van 32 euro per 100 kg (prijs maart/april 2024). Als de voerprijs 1 euro per 100 kg lager is dan daalt de kostprijs voor een regulier broedei met 0,27 cent. 

In eerste instantie hebben we de kostprijs berekend op basis van alle kosten. Hierbij zijn de arbeidskosten van de ondernemer bepaald op 74.000 euro per jaar. Dit zijn de kosten voor een vervanger van de pluimveehouder inclusief alle sociale lasten. Elke pluimveehouder moet zelf bepalen wat hij een eerlijke vergoeding vindt voor zijn ingebrachte arbeid. Er is uitgegaan van de situatie dat een arbeidskracht 21.000 moederdieren kan verzorgen.

De genoemde vergoeding voor de arbeid is gebaseerd op de arbeidsinzet voor de verzorging van de dieren. Je kunt stellen dat er een extra vergoeding nodig is voor bedrijfsleiding. Ook heeft de pluimveehouder recht op een vergoeding voor risico’s. Er zijn veel risico’s die niet verzekerd zijn. Allereerst het risico op een koppel met mindere resultaten en een lagere productie. Ook is er een risico op ruiming van het koppel na een Salmonella besmetting of bij vogelgriep. Banken rekenen vaak met een marge van 3 tot 5%. In dit artikel hebben we 4% van alle kosten genomen als marge voor alle risico’s. Dat is bij reguliere vleeskuikenouder bijna 1 cent per broedei.

In dit artikel hebben we de kostprijs berekend voor de productie van broedeieren in Nederland. Hoe hoog is de kostprijs in andere landen waarmee Nederland concurreert op de wereldmarkt? We hebben in het voorjaar van 2024 een studiereis gemaakt naar Turkije en daar enkele bedrijven bezocht. In het volgende nummer van Bravo komt een artikel waarin we de kostprijs van broedeieren in Nederland vergelijken met Turkije.