Peter van Horne, Wageningen Economic Research (WEcR)
Rick van Emous, Wageningen Livestock Research (WLR)
In het kader van de PPS Breeders Of the Future (BOF) heeft Peter van Horne een rekenmodel ontwikkeld voor de berekening van de kostprijs van broedeieren. Hiermee is voor de Nederlandse situatie de kostprijs van broedeieren berekend geproduceerd door reguliere vleeskuikenouderdieren (zie het artikel in Bravo-145). Dit voorjaar waren Peter van Horne en Rick van Emous uitgenodigd om een presentatie te geven op een pluimvee congres in Turkije. Ze hebben toen voorafgaand aan het congres enkele bedrijven bezocht en data verzameld over de Turkse vermeerderingssector. Op basis van deze gegevens is ook voor Turkije een kostprijs van broedeieren berekend. In dit artikel beschrijven we de uitgangspunten, rekenwijze en de resultaten.
Inleiding
In het boekwerk KWIN Veehouderij worden voor vleeskuikenouderdieren de gemiddelde technische resultaten, prijzen en saldoberekeningen weergegeven. Op basis van de KWIN gegevens en actuele prijzen van Wageningen Economic Research (www.agrimatie.nl) is de kostprijs van Nederlandse broedeieren berekend voor de situatie in het voorjaar van 2024. Op basis van gesprekken in Turkije hebben we technische resultaten en actuele prijzen verzameld. Hierdoor kunnen we een vergelijking maken van de kostprijs van broedeieren in beide landen.
Technische uitgangspunten
Voor zowel Nederland als Turkije wordt uitgegaan van de Ross 308. De belangrijkste technische uitgangspunten staan in tabel 1. In Turkije worden de ouderdieren gemiddeld iets langer aangehouden namelijk tot circa 64 weken leeftijd. Om tot een goede vergelijking te komen hebben we de lengte van de legperiode voor beide landen gelijk gehouden op 272 dagen (61 weken leeftijd). Over het aantal broedeieren per hen op de Turkse bedrijven kregen we geen eenduidige verhaal te horen. Onze inschatting is dat de productie vergelijkbaar is met het gemiddelde in Nederland. We hebben het aantal broedeieren gecorrigeerd voor de langere legperiode in Turkije. Het voerverbruik en de uitval hebben we ook gelijk verondersteld.
Tabel 1. Technische resultaten van vleeskuikenouderdieren in Nederland en Turkije.
Nederland | Turkije | |
Lengte legperiode (dagen) | 272 | 272 |
Broedeieren per opgehokte hen | 180 | 180 |
Voerverbruik per hen per dag (gram) | 163 | 163 |
Uitval hennen (%) | 9 | 9 |
Economische uitgangspunten
De belangrijkste vaste kosten zijn de kosten voor arbeid en huisvesting. Tabel 2 geeft de uitgangspunten voor investeringen en arbeid.
Tabel 2. Uitgangspunten voor investering en arbeid in Nederland en Turkije.
Nederland | Turkije | |
Moederdieren per bedrijf (aantal) | 21.000 | 21.000 |
Aantal moederdieren per arbeidskracht | 21.000 | 9.000 |
Investering stal (euro/m2) | 290 | 174 |
Investering inventaris (euro/m2) | 154 | 123 |
Kosten arbeidskracht (euro/jaar) | 74.000 | 14.800 |
Voor de vergelijking is de gemiddelde omvang van een vermeerderingsbedrijf in Turkije gelijk gesteld aan Nederland namelijk 21.000 hennen per bedrijf. Het aantal moederdieren per arbeidskracht is in Turkije fors lager dan in Nederland. Dit heeft te maken met de arbeidproductiviteit en ook de automatisering graad. Worden in Nederland 21.000 hennen verzorgd door 1 volwaardige arbeidskracht, in Turkije zijn dit 2,3 arbeidskrachten.
Turkije heeft een duidelijk voordeel van lagere investering in stal en inventaris (zie tabel 2). De vaste kosten voor stal en inventaris zijn afschrijving, rente en onderhoud. Voor Nederland en Turkije is de afschrijvingsperiode voor de stal gesteld op 25 jaar en voor de inventaris 12,5 jaar. Het rentepercentage in Nederland is 5% rente en voor Turkije is gerekend met 10%. Het niveau van de nominale rente in Turkije is heel hoog maar ook de inflatie is hoog. Het rentepercentage van 10% is een schatting om aan te geven dat de ‘netto kosten’ van financiering in Turkije hoger zijn dan in Nederland.
De kosten voor arbeid in Nederland zijn normatief vastgesteld op 74.000 euro per jaar. Een arbeidskracht in Turkije kost 14.800 euro per jaar. De lagere kosten worden voor een deel gecompenseerd door de lagere arbeidsproductiviteit. Hierdoor zijn de uiteindelijke arbeidskosten per dierplaats ongeveer de helft van die in Nederland.
De algemene kosten in Nederland zijn 29.200 euro per bedrijf per jaar. Dit is een verzameling van kosten voor boekhouding, voorlichting, verzekeringen, telefoon, auto, contributies, bedrijfskleding en onroerend zaak belasting. De algemene kosten in Turkije zijn duidelijk lager. Onze schatting is dat deze kosten in Turkije ongeveer de helft lager zijn dan in Nederland.
Prijzen
Bij de berekening van de kostprijs zijn vooral de aankoopprijzen van opfok dieren en de voerprijs van belang. Tabel 3 geeft een overzicht. De aankooprijs van opfokdieren in Turkije hebben we gelijk gesteld aan Nederland. Tijdens onze gesprekken konden we geen goed beeld krijgen van de aankoopprijzen. Veel bedrijven hebben opfok en vermeerdering binnen hetzelfde bedrijf en daardoor zijn er geen facturen beschikbaar. Ook over de voerprijzen hebben we lange discussies gevoerd met als conclusie dat er dit voorjaar geen grote verschillen waren. Het overheidsbeleid in Turkije heef een directe invloed op de prijs van veevoer (zie ook de discussie aan het einde van dit artikel). Over enkele maanden kan de situatie weer anders zijn met hogere dan wel lagere voerprijs in Turkije.
De overige toegerekende kosten zijn een verzameling van kleine kostenposten (o.a. elektra, verwarming, gezondheidszorg, vangen/laden en heffingen). Deze kosten zijn in Turkije lager door goedkopere energie, lagere kosten voor laden en lagere heffingen.
Tabel 3. Economische uitgangspunten in Nederland (NL) en Turkije.
Nederland | Turkije | |
Aankoopprijs (euro/moederdier) | 15,12 | 15,12 |
Voerprijs (euro/100 kg) | 32,00 | 32,00 |
Overige toegerekende kosten (euro/hen) | 3,47 | 3,10 |
Resultaten
Op basis van de uitgangspunten is een berekening gemaakt van de kostprijs. De totale kosten per opgehokte hen per legronde zijn berekend. De opbrengsten voor slachtdieren en voor de consumptie eieren zijn in mindering gebracht op de totale kosten. In tabel 4 staan de resultaten van het totaal en van de verschillende kostenposten per opgehokte hen per legronde voor de situatie in Nederland en Turkije.
Tabel 4. Kostprijs en kostprijs componenten in euro per opgehokte hen per legronde in Nederland en Turkije.
Nederland | Turkije | |
Aankoop hen | 15.12 | 15.12 |
Voerkosten | 14.88 | 14.88 |
Overige variabele kosten | 3.47 | 3.10 |
Stal en inventaris | 5.97 | 4.96 |
Algemene kosten | 1.22 | 0.61 |
Arbeid ondernemer | 3.10 | 1.45 |
Opbrengst slachthen | -1.85 | -2.59 |
Opbrengst consumptie eieren | -0.18 | -0.18 |
Totale kosten | 41.73 | 37.35 |
Vervolgens worden de totale kosten gedeeld door het aantal geleverde broedeieren. Tabel 5 geeft de kostprijs en kostprijs componenten uitgedrukt in centen per broedei.
Tabel 5. Kostprijs en kostprijs componenten in eurocent per broedei
Nederland | Turkije | |
Aankoop hen | 8.40 | 8.40 |
voerkosten | 8.27 | 8.27 |
Overige variabele kosten | 1.93 | 1.72 |
Stal en inventaris | 3.31 | 2.76 |
Algemene kosten | 0.68 | 0.34 |
Arbeid ondernemer | 1.72 | 0.80 |
Opbrengst slachthen | -1.03 | -1.44 |
Opbrengst consumptie eieren | -0.10 | -0.10 |
totale kosten | 23.18 | 20.75 |
Marge (4%) | 0.93 | 0.83 |
kostprijs incl marge | 24.11 | 21.58 |
De totale kostprijs voor broedeieren van Ross 308 in Nederland is 23,18 cent. Inclusief een marge van 4% voor risico’s is de kostprijs 24,11 cent. De kostprijs in Turkije is lager en komt, inclusief marge, uit op 21,58 cent. Een verschil van 2,5 cent. De kostprijs in Turkije is vooral lager door de lagere kosten van arbeid, stal en inventaris en de overige variabele kosten (energie, heffingen en mestafzet). Tevens heeft Turkije een voordeel door hogere opbrengsten van de slachtdieren. Ongunstig in Turkije is de lage arbeidsproductiviteit en de hoge rente. De kosten hiervan zijn al verrekend in de kosten voor arbeid en stal/inventaris (zoals weergegeven in tabel 4).
Discussie
Voor beide landen zijn we uitgegaan van de gemiddelde productie resultaten. Zowel in Nederland als in Turkije zijn er grote verschillen in resultaat tussen de bedrijven. Ook in de gesprekken in Turkije kwam dit naar voren. Een van de factoren die hierbij een rol speelt is de diversiteit in Turkije. Er zijn vermeerderingsbedrijven die onderdeel zijn van een integratie en er zijn (grote) gespecialiseerde vermeerderingsbedrijven die gericht zijn op de export van broedeieren.
Naast de voordelen die Turkije heeft zijn er ook enkele nadelen. We hebben genoemd de lagere arbeidsproductiviteit (minder dieren per volwaardige arbeidskracht). Vooral op de grote bedrijven in Turkije wordt gewerkt met personeel. De lagere arbeidskosten worden voor een deel weer teniet gedaan door de lagere productiviteit. Hier zit de kracht van de Nederlandse bedrijven waar de ondernemer zelf de dieren verzorgd en een direct belang heeft bij goede technische resultaten. De Nederlandse bedrijven zijn in hoge mate geautomatiseerd en besparen zo op arbeid.
De kostprijs in Turkije wordt voor een belangrijk deel bepaald door het overheidsbeleid. De hoge rente en de hoge inflatie zijn een direct gevolg van maatregelen van de overheid. Hetzelfde geldt voor de voerprijs. De prijzen van veevoergrondstoffen worden mede bepaald door de overheid. Op de prijs van energierijke grondstoffen (o.a. tarwe) heeft de overheid een directe invloed omdat de opbrengstprijzen voor de Turkse akkerbouwer gereguleerd zijn. Eiwitrijke grondstoffen (vooral soja) worden voor een belangrijk geïmporteerd. Invoerheffingen bepalen mede de uiteindelijke inkoopprijs voor de voerfabrieken. Deze factoren en ook de schommelingen in valuta wisselkoersen (van de Turkse lira tegen de dollar of euro) geven een hoge mate van onzekerheid voor de bedrijven in de pluimveesector.
Turkije is de belangrijkste concurrent van Nederland op een aantal markten in het Midden Oosten. Naast het kostprijs voordeel heeft Turkije ook het voordeel van een kortere afstand naar de afzetmarkt in de regio. De hogere prijs voor Nederlandse broedeieren moet gecompenseerd worden met een hogere kwaliteit van de broedeieren en kuikens. De Nederlandse bedrijven staan bekend om de hoge mate van hygiëne . Dit heeft een positieve invloed op de kuikenkwaliteit. Een tweede factor is het vaccinatie-schema en de goede gezondheidszorg. In Nederland worden de ouderdieren volgens een uitgekiend entschema gevaccineerd waarbij alle vaccinaties accuraat en precies worden uitgevoerd. Ook dit geeft uiteindelijk kwalitatief hoogwaardige eendagskuikens. Een derde factor is de bevruchtingspercentage die ook aan het einde van de legperiode op een goed niveau liggen. We hebben geen cijfers kunnen verzamelen van bevruchtingspercentage en uitkomstpercentages in Turkije. Exporteurs van broedeieren geven aan dat de afnemers van Nederlandse broedeieren tevreden zijn over de goede uitkomstpercentage, de voorspelbaarheid en de betrouwbaarheid van Nederlandse broedeieren. Alleen door het leveren van een hoogwaardig product kan de Nederlandse sector haar positie in de markt behouden.